Empathie
De uitdijende cirkel van compassie
In een documentaire over Frans de Waal vertelt hij veel wetenswaardigs over een onderwerp dat dierenvrienden aan het hart gaat: empathie en moraal. Volgens De Waal is empathie de basis van moraal: als je je in een ander kunt verplaatsen en kunt meeleven, zul je je niet immoreel gedragen tegen die ander, je zult de gouden regel volgen: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Inlevingsvermogen gaat dus vooraf aan moraal.
Hij zegt dat empathie bij mensen (en andere groepsdieren, zoals apen) onze natuur is, het is al vroeg in de evolutie ontstaan. Aanvankelijk was het beperkt tot de eigen kleine groep waarin je leefde. Het was nuttig om met je naasten mee te leven, ze te beschermen; deels omdat het familie was, deels omdat alles wat slecht was voor jouw groep, ook slecht was voor jou. Meeleven en het beste willen voor je mede-groepsleden is dus heel natuurlijk. "Buiten je eigen groep kon je elke kop afhakken waar je zin in had", zegt hij. En dat gebeurde ook, want andere groepen waren vaak de vijand als het ging om voedsel en territorium.
Naarmate een groep het beter krijgt, dus als er meer voedsel beschikbaar is, wordt de 'eigen groep' groter, er kunnen meer groepsleden bij horen. Je kunt je meer compassie met anderen veroorloven als je het goed hebt. Geleidelijk gaat de empathie zich dan uitstrekken naar anderen. Als er geen dreiging is, kun je toleranter zijn tegenover anderen, ook buitenstaanders. Zo ontstaat een samenleving en beschaving.
In zekere zin is dit zo gegaan op grotere schaal in de geschiedenis van de mens, met wat 'the expanding circle' wordt genoemend: eerst was de eigen groep, de bevoorrechte groep, heel klein: de eigen stam. Later waren het alleen witte mannen, nog later hoorden ook vrouwen en zwarte mensen erbij (nou ja, nog steeds niet helemaal voor velen). Inmiddels zijn er ook filosofen zoals Peter Singer, die de stelling verdedigen dat er ook dieren bij horen. Het bevoordelen van je eigen soort (speciesisme) is in die optiek net zo onnozel en verwerpelijk als van je eigen ras of sekse.
Meevoelen met dieren
Maar dit is vooral een heel rationeel argument. Het is rationeel heel goed verdedigbaar, er is uiteindelijk weinig tegenin te brengen, en toch hebben we er weinig aan als dierenvrienden, want veel mensen vóelen het anders. Voor veel mensen 'voelt' het lijden van de eigen soort erger dan van andere soorten. Onze hele samenleving is ingericht op dat gevoel. We maken bv. een enorme fuzz over euthanasie bij mensen zelfs als ze dood wíllen, alsof alle mensen godjes zijn wier leven heilig is. Terwijl je een dier heel eenvoudig kan laten inslapen als je er vanaf wilt. (Soms is dat overigens gunstig voor de dieren, nl. wanneer je een dier uit z'n lijden wilt verlossen. Dat is veel makkelijker dan bij een mens.)
Voor mensen zoals wij, die net zo meeleven met dieren als met mensen, is het heel moeilijk dat andere mensen niet of in elk geval veel minder meevoelen met dieren. Als je empathie voelt, dan doet de pijn van een ander jou ook pijn. De meeste mensen kennen dat wanneer ze de pijn van een soortgenoot zien, maar wij kennen precies hetzelfde gevoel wanneer we de pijn van een ander dier zien (en vaak is dat gevoel zelfs nog sterker, omdat het dier weerloos is en omdat je vanzelf meer sympathiseert met de underdog, zo werkt het bij mij althans).
Stomp in je maag
Dit verschil in gevoel, in hoe groot de groep is met wie je empathie voelt, is naar mijn idee de kern. Wij leven in een samenleving waarin je empathie zich mag beperken tot je eigen soort. Je krijgt op je sodemieter als je andere mensen uitbuit, maar dieren uitbuiten wordt veel minder erg gevonden. Bij alles wat er gebeurt en wat 'mag' in onze samenleving – bont, vee-industrie, vee-vervoer, dierproeven, honden en konijnen de godganse dag alleen in een hok, spelletjes en tradities met dieren – krijg je als dierenvriend constant een klap in je gezicht en een stomp in je maag.
Ik denk dat dit hetzelfde gevoel is wat mensen ook hebben gehad die ooit vochten tegen de slavernij. Zij leefden in een wereld waarin zwarte mensen minderwaardig waren en werden geëxploiteerd. Zij zagen het lijden van die mensen en ze leden mee. Veel mensen in die tijd dachten misschien: "het is maar een zwarte hoor". Als je tegen een slavenhandelaar had gezegd dat zwarte mensen ook rechten hebben, dan zei hij misschien wel: "Ja joh, straks ga je me nog vertellen dat ápen ook rechten moeten hebben!" (En inderdaad... ;-) )
Die mensen leefden in een verschrikkelijke wereld. En wij ook, nu nog steeds. Want als je die empathie voelt, kun je dat niet 'uit' zetten. Je kunt alleen maar proberen om het niet te zien; zorgen dat je er niet constant mee wordt geconfronteerd. Dat is nogal makkelijk geworden, in een wereld waar het meeste dierenleed achter gesloten deuren plaats vindt en veel mensen dat graag zo willen houden.
Het goede nieuws is: dat mensen het dierenleed liever niet willen zien, en negatief reageren wanneer je erover begint, daaruit blijkt in feite dat zij óók meeleven en -voelen met dieren. Zij voelen ergens ook dat het dier lijdt en dat dat erg is. Zoals Paul McCartney zei: "als slachthuizen glazen wanden hadden, zou niemand meer vlees eten". Dat geeft eigenlijk aan dat er hoop is: dat veel mensen het vermogen hebben om met dieren mee te voelen. Dat is ook heel natuurlijk, en zeker nu we als samenleving zoveel welvaart hebben dat we de cirkel van compassie makkelijk groter kunnen maken!