Eerder heb ik uitgelegd waarom je als dierenvriend geen energie moet verspillen aan mensen die in hun mening en gevoel heel ver aan de andere kant zitten. Maar soms is het probleem juist dat dierenvrienden met elkáár gaan argumenteren. Dat is niet alleen zonde van de tijd, maar ook slecht voor het grotere belang: dat meer mensen diervriendelijk worden. Daarover wil ik het vandaag hebben.
Een voorbeeld: vegetariërs krijgen weleens kritiek van veganisten, omdat ze nog steeds bijdragen aan dierenleed in bijvoorbeeld de melkveehouderij en legkippensector. Op het continuüm dat ik gisteren liet zien is het natuurlijk zo dat hoe meer je naar rechts zit, des te minder maak je gebruik van dieren en des te beter is dat voor de dieren. Dus het ideaal is volledig veganistisch, daar ben ik het mee eens.
Tegelijkertijd is dat ook heel moeilijk in de huidige samenleving, waar dierlijke producten echt overal in verwerkt zitten. 100% vegetarisch is al moeilijk, als je bv. dropjes eet of roze koeken of wat het ook is waar dierlijke bestanddelen bij gebruikt worden. Dus het is ook begrijpelijk als mensen zeggen: ik doe mijn best, maar ik trek ergens een grens omdat het me anders te lastig wordt. Waar die grens ligt, wat je er nog voor over hebt om iedere vorm van dierengebruik uit te bannen, dat is voor iedereen verschillend. Natuurlijk zou het fantastisch zijn als heel veel mensen veganist worden. Maar als iemand zegt: ik at elke dag vlees, en nu nog maar 2x per week en alleen biologisch, dan is dat óók winst.
Natuurlijk, er zit ook iets kroms in en dat werd mooi gezegd door Remco Stunnenberg in De Hokjesman op tv : “Als je weet dat verkrachten fout is, dan zeg je toch ook niet: Voortaan verkracht ik nog maar af en toe een vrouw.” Dat is waar, maar aan de andere kant: iedere verschuiving op het continuum van links (veel vlees) naar rechts (veganisme) is goed. Zijn we het daar over eens?
Dat betekent: als iemand in de richting van meer diervriendelijkheid beweegt, dan reageer je daar overwegend positief op, in plaats van oordelend of het wel diervriendelijk genoeg is. Dat is om twee redenen belangrijk. Ten eerste werkt het psychologisch altijd beter om positief gedrag te belonen dan negatief gedrag te bestraffen (of, zoals in dit geval, er bestraffend/oordelend over te spreken). Als je mensen prijst om hun diervriendelijke keuzes, is er meer kans dat ze nog diervriendelijker worden dan als je gaat mokken over wat er niet aan deugt.
Ten tweede is het belangrijk te beseffen dat een minderheid (zoals wij, dierenmensen) minder invloed heeft als ze onderling verdeeld is. Het gaat dan vooral om de invloed op mensen die nog vlees eten (in dit voorbeeld) en dus meer naar links zitten in het spectrum (zie plaatje bij de vorige blog). Zij zijn misschien wel te porren voor een stapje naar rechts, maar als iedereen aan die kant rollebollend over straat gaat, is dat niet goed voor de beeldvorming. Dan denken mensen: Ja hallo, als jullie het zelf al niet eens zijn hoe het moet, hoe moet ík het dan weten?! en dan haken ze af.
(Ik heb eerder geschreven over minderheidsinvloed: zie hier en hier.)
Bovendien moet je, ook al heb je alle gelijk van de wereld, altijd oppassen dat je niet fundamentalistisch overkomt, en niet oordelend en moralistisch, want dat wekt weerstand. Je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn…
Dit is best lastig, want zeker als je ziet dat iemand zich betrokken voelt bij dieren, is het moeilijk je mond te houden wanneer diegene dat niet echt in praktijk brengt. Ik heb me bijvoorbeeld vaak geërgerd aan de Dierenbescherming omdat die weleens meewerkt aan slappe oplossingen en teveel compromissen sluit. Maar je moet ook bedenken dat de Dierenbescherming als organisatie meer in het midden zit, waar de meeste mensen zitten. Als je heel veel mensen kunt bewegen om vlees met 1 ster te kopen (wat ik een slappe oplossing vind), is dat ook wat waard. Natuurlijk wil je liever dat mensen kiezen voor 3 sterren, of helemaal geen vlees, maar dan zit je meer naar rechts en heb je het over kleinere aantallen. Zo zijn er ook mensen die Wakker Dier verwijten dat ze biologisch vlees goedkeuren, terwijl vegetarisme het ideaal is. Ook daarvoor geldt dat je grotere aantallen mensen kunt bewegen om die kleinere stap te zetten dan om vleesloos te eten.
Het helpt dus altijd, vind ik, om het grotere plaatje te zien: veel mensen zitten in het midden en als al die mensen iets diervriendelijker worden, heeft dat toch grote gevolgen puur door de aantallen. Bovendien kan de ene stap altijd weer leiden tot de volgende. Sommige organisaties richten zich op die middengroep. Anderen gaan verder en hebben daardoor een kleinere doelgroep. Al die mensen en al die organisaties zijn SAMEN nodig om te bewerkstelligen dat de samenleving als geheel naar meer diervriendelijkheid schuift. Waar je zelf ook zit, als je stapjes in die richting zet zit je goed. En als je andere mensen beweegt om dat ook te doen – met mate en zonder elkaar de maat te nemen of het wel goed genoeg is – dan ben je goed bezig!