Roeping?
Is het mijn roeping om voor dieren op te komen?
Is het mijn roeping om voor dieren op te komen? Dat vroeg ik me laatst af toen ik de NRC-column van Ben Tiggelaar las. Hij beschrijft drie kenmerken van een roeping:
1. “er is iets of iemand die je roept: je land, je familie, de maatschappij” – in ons geval, de dieren.
2. “de taak waartoe je je geroepen voelt, heeft een duidelijke relatie met de hogere doelen in je leven” – bijvoorbeeld, als het om dieren gaat: respect, gelijkwaardigheid, liefde voor alles wat leeft, compassie, rechtvaardigheid.
3. “het gaat om prosociale ambities: je wilt iets betekenen voor een ander” – die ander kan natuurlijk ook een dier zijn.
Heb je alle drie, dan heb je een roeping. Nou, dan heb ik een roeping en jullie vast ook!
Het stuk gaat verder. “Veel mensen vragen zich regelmatig af 'waar doe ik het eigenlijk allemaal voor', maar daar heb je als geroepene wat minder last van.” Nou, daar heb ik toch wel zo af en toe last van, en dat komt doordat je inzet voor dieren soms zo zinloos lijkt. De samenleving zit er gewoon niet zo op te wachten, want rekening houden met het welzijn van dieren kost vaak meer tijd, geld en moeite. Mensen worden niet zo graag gewezen op het dierenleed waar ze zelf aan bijdragen, ze gaan liever door met hun leventjes en steken hun kop in het zand. Als je voor dieren opkomt, merk je geregeld dat het weerstand of onverschilligheid oproept. De vraag ‘waar doe ik het allemaal voor’ is wel makkelijk te beantwoorden – voor de dieren! – maar de vraag ‘Heeft het wel zin’ komt toch weleens bij me op.
Levensdoel
Dit hangt ook samen met het plaatje wat ik laatst zag over ‘het doel/de zin van je leven’. Je roeping (missie) zit in dit plaatje hiernaast: het is iets wat de wereld nodig heeft (dieren redden) en waar je van houdt. Dat klopt, dieren hebben ons nodig en wij houden van dieren. Maar voor dieren opkomen – ingezonden brieven schrijven, tegensputteren als er weer een barbecue wordt gehouden, op Facebook petities tekenen waarin je de vreselijkste dierenkwellingen ziet – daar hou ik echt helemaal niet van. Altijd als ik zoiets doe, voelt het veel meer als ‘moeten’ (in de zin van: het kan niet anders, je kunt dit niet negeren) dan als iets wat ik leuk vind of waar ik lol in heb. De andere onderdelen van dit plaatje kloppen ook al niet: we worden er niet voor betaald om dieren te redden, en als je ziet hoe hoeveel moeite het kost om iets voor elkaar te krijgen, en hoeveel weerstand je tegenkomt, heb ik ook niet het gevoel dat ik er goed in ben. En toch: het contact herstellen tussen mens en dier voelt voor mij wel degelijk als een belangrijke ‘pupose in life’.
Roeping en geluk
Het eind van de column van Tiggelaar sluit hierbij aan: hij schrijft dat mensen met een roeping vaak zelf niet zo gelukkig zijn. Dat hangt samen met het onderscheid tussen twee soorten geluk: hedonisch en eudaimonisch. Hedonisch geluk is je hier-en- nu-lekker voelen, zoals in het plaatje bovenaan: zon, vakantie, lekker eten, dat zijn de dingen waardoor we ons fijn voelen. Eudaimonisch geluk is: trouw zijn aan waar je te diepste in gelooft – en dat is lang niet altijd fijn of lekker. (Ik heb hier iets over gezegd in dit interview, aan het eind.) Het kost meer moeite en op korte termijn word je er niet gelukkig van. Maar ik ben het niet helemaal eens met wat Tiggelaar aan het eind schrijft: “Je moet hetgeen je doet, in je hoofd verbinden met iets dat cultureel als waardevol wordt gezien” (dat klopt in ons geval al niet, want dieren beschermen wordt niet gezien als ‘cultureel waardevol’ – blijkbaar kun je ook een missie hebben die niet per se de eigen groep en de eigen soort ten goede komt, Ben :-)) “Dat kan tot een hoop gepieker leiden. Nadenken over wie je bent en wat je bijdrage is, draagt weliswaar bij aan het ervaren van betekenis, maar niet aan het voelen van geluk.” Dat klopt, maar je zou ook kunnen zeggen: een missie draagt niet bij aan hedonisch geluk maar wel aan eudaimonisch geluk: want je bent trouw aan je diepste waarden en overtuigingen. Ik kan me helemaal niet voorstellen dat ik dat niet zou doen, mijn leven zou me zo oppervlakkig en zielloos lijken. Ik zeg: geluk zonder een missie is een eendagsvlieg!